In mijn vorige blog schreef ik over de nieuwe verordening voor nieuwe voedingsmiddelen, die vanaf 1 januari zal gelden door de hele EU. Met deze wet wil men consumenten beschermen tegen producten die niet veilig zijn, oftewel ‘ongeschikt voor humane consumptie’ zijn. Maar wat is voedselveiligheid?
Er blijkt een verschil te bestaan tussen hoe wetenschappers voedselveiligheid definiëren en hoe een consument voedselveiligheid zou beschrijven[i]: voor wetenschappers gaat het er om dat het eten van een product geen schadelijke gevolgen heeft, dus dat je er niet ziek van wordt. Daarom vinden wetenschappers het belangrijk dat een product niet vervuild is, met bijvoorbeeld glas- of metaaldeeltjes uit de productielijn of uit de verpakking, maar ook dat de hygiëne standaarden gevolgd worden en er bijvoorbeeld geen microbiologische contaminaties ontstaan. En natuurlijk wil je dit als consument ook! Maar voor veel consumenten is het ook belangrijk dat een product gezond is, en dat het eten ervan geen risico’s met zich meebrengt. Dus waar een wetenschapper het heeft over geen illegale of onveilige zaken in een product, lijkt een consument bij voedselveiligheid te kijken naar veiligheid én gezondheid.
De meeste wetten en regels over voedselveiligheid richten zich alleen op die wetenschappelijke veiligheid. Het lastige daaraan is dat het onmogelijk is om met zekerheid te zeggen dat een voedingsmiddel nooít een risico zal vormen voor een consument[ii]. Je kunt een product alleen maar op een paar bekende risico’s testen, maar je kunt natuurlijk geen onbekende zaken meenemen. Daarom is het beleid rondom voedselveiligheid er ook met name op gericht om ‘een redelijke zekerheid te garanderen dat geen schade voortvloeit uit het beoogde gebruik’, zoals de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) in 1993 beschreef[iii]. Hiermee geeft de OECD aan dat voeding bepaalde (natuurlijke) toxinen kan bevatten, maar dat het veilig kunnen eten van zo’n voedingsmiddel gebaseerd is op bereidings- en gebruikservaringen van een product.
Mogelijke risico’s van voedselconsumptie worden in kaart gebracht met behulp van risicoanalyses. De eerste stap in zo’n risicoanalyse is de risicobeoordeling, waarbij met behulp van computermodellen, cel studies en eventueel dierstudies de risico’s in kaart worden gebracht. Dit wordt gecombineerd met consumptiegegevens en deze wetenschappelijke kennis wordt gebruikt in de tweede stap, het risicomanagement. Hierbij worden de wetenschappelijke gegevens samen met politieke en beleidsmatige overwegingen bediscussieerd. In deze tweede stap wordt de beslissing genomen of een ingrediënt of voedingsmiddel een toelaatbaar of een ontoelaatbaar risico met zich meebrengt, en uiteindelijk wel of niet op de markt wordt toegelaten[iv].
Zoals ik in een eerdere blog al beschreef is wetenschappelijk bewijs voor zo’n risicobeoordeling essentieel in het Europese voedingsrecht[v]. In de algemene kaderwetgeving voor voeding uit 2002 staat expliciet vermeld dat het risico dat een voedingsproduct vormt wetenschappelijk in kaart gebracht moet worden. Ook wordt de rol van de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) als onder meer wetenschappelijk adviseur voor de Europese Commissie in deze verordening beschreven[vi]. In deze wet is echter geen definitie te vinden van voedselveiligheid, of van veilig voedsel. Alleen in artikel 14 staat beschreven dat onveilig voedsel niet op de markt gebracht mag worden, waarbij onveiligheid kan ontstaan doordat een product niet geschikt is voor humane consumptie (zoals bijvoorbeeld diervoeder) of dat een voedingsmiddel schadelijk is voor de gezondheid.
Wel zijn er in Europa verschillende wetten van kracht die stukjes van de voedselveiligheid reguleren. Zo is er wetgeving voor hygiëne standaarden[vii], maar moeten ook allergenen vermeld worden op de verpakking dankzij etiketteringsregels[viii]. Daarmee worden verschillende aspecten van voedselveiligheid afgedekt. Maar het belangrijkste principe voor veilig voedsel in Europa is misschien wel het zogenaamde voorzorgsprincipe, het precautionary principle. Zoals te zien is bij bijvoorbeeld de novel food regulation, worden in Europa veel zaken éérst wetenschappelijk geanalyseerd voor er een politieke beslissing volgt. Het voorzorgsprincipe bepaalt dat als je zulke wetenschappelijke gegevens niet hebt, en je onzeker bent over bijvoorbeeld de veiligheid van een specifiek product, je als overheid mag beslissen een product niet op de markt te laten[vi]. Om consumenten te kunnen beschermen tegen risico’s mag men uit voorzorg de producten weg te houden van de Europese interne markt. Je kunt je echter afvragen wanneer dit principe relevant is voor gebruik, aangezien je immers nooit met 100% zekerheid kunt zeggen dat iets veilig is – je hebt immers nooit met álles rekening kunnen houden in je testen.
Al met al is er dus geen heldere wetenschappelijke of juridische definitie voor voedselveiligheid, behalve dan dat iets niet ónveilig mag zijn volgens de Europese kaderregeling voor voeding[vi]. Je kunt je ook afvragen of we ons moeten richten op het veiliger maken van onze voeding, of dat het allereerst noodzakelijk is om consumenten te informeren over de onzekerheid rondom de veiligheidscontroles in voeding. Die onzekerheid zal namelijk altijd blijven bestaan. Maar laten we ons ook vooral blijven realiseren dat veilig voedsel begint bij jezelf: hoe verstandiger je met je voeding om gaat, hoe gezonder en veiliger je dieet is!
[i] Elmi, M. (2004). Food safety: current situation, unaddressed issues and the emerging priorities. Eastern Mediterranean Health Journal 10(6), 794-800.
[ii] Blaauboer, B. J., Boobis, A. R., Bradford, B., Cockburn, A., Constable, A., Daneshian, M., … Schuermans, J. (2016). Considering new methodologies in strategies for safety assessment of foods and food ingredients. Food and Chemical Toxicology 91, 19–35.
[iii] OECD. (1993). Safety evaluation of foods derived by modern biotechnology: concepts and principles. Paris.
[iv] FAO/WHO (1997) Risk management and food safety – Report of a Joint FAO/WHO Consultation. Rome.
[v] Vos E (2000) EU Food Safety Regulation in the Aftermath of the BSE Crisis. Journal of Consumer Policy 23, 227–255
[vi] Regulation (EC) No 178/2002 of the European Parliament and of the Council of 28 January 2002 laying down the general principles and requirements of food law, establishing the European Food Safety Authority and laying down procedures in matters of food safety. Official Journal of the European Communities L 31, 1–24
[vii] Regulation (EC) No 852/20034 of the European Parliament and of the Council of 29 April 2004 on the hygiene of foodstuffs. Official Journal of the European Union L 139, 1-54.
[viii] Regulation (EU) No 1169/2011 of the European Parliament and of the Council of 25 October 2011 on the provision of food information to consumers. Official Journal of the European Union L 304, 18-63.
2 gedachtes over “Wanneer is voeding ‘veilig’?”
Reacties zijn gesloten.